Tijdens mijn creatieve leerproces kreeg ik de kans om via dans, theater, muziek, beeldende kunst en literatuur zelf te ervaren hoe krachtig expressie kan zijn, ook zonder woorden... Doorheen deze ervaringen ontdekte ik hoe creatieve werkvormen ingezet kunnen worden bij uiteenlopende doelgroepen binnen het orthopedagogisch werkveld, waar communicatie of zelfontplooiing niet altijd vanzelfsprekend zijn.
Kunst als inspiratie, geen doel op zich
Het boek Grote kunst voor kleine kenners van Thais Vanderheyden liet me zien hoe bestaande kunst aangepast werd aan kinderen,
door de mensen op de kunstwerken te vervangen door dieren of door speelse elementen toe te voegen. Een werk als De schepping van Adam van Michelangelo waarin twee ijsberen elkaar ijs doorgeven, was mijn favoriet en toonde me dat creativiteit niet altijd moeilijk hoeft te zijn.
Dit inspireerde me. Net zoals het boek bepaalde kunst vereenvoudigd kan ook ik in mijn toekomstig werk kunstvormen aanpassen zodat het past bij de mogelijkheden van de personen die ik begeleid.
Dat sluit aan bij het boek Creativiteit, Hoe? Zo! van Igor Byttebier waarin wordt gesteld dat creativiteit geen aangeboren gave is, maar een vaardigheid die ontwikkeld kan worden. Zelf dacht ik voor de aanvang van creatieve expressie: “Ik ben niet creatief; dit is echt niets voor mij!”
Maar dit vak heeft me laten ervaren dat creativiteit vooral durven is. Dit geldt niet enkel voor ons als begeleiders, maar ook voor onze cliënten. Wanneer we hen de ruimte geven om te experimenteren, groeit het zelfvertrouwen
Van persoonlijke ervaring naar pedagogisch toepassen
Tijdens de dansvoorstelling van Macc(h)abées met de dood als thema ondervond ik hoe beweging, zelfs zonder muziek,sterke emoties kan oproepen.
Deze impact van muziek en dans ondervond ik ook tijdens mijn workshop rond Afrikaanse dans. Tijdens deze workshop moest ik op het ritme van de gespeelde djembés bewegen. Men toonde hier dat je met grote uitgesproken tot kleine ingetogen bewegingen kan werken.
Deze opgedane kennis zou je ook kunnen gebruiken bij een activiteit die je zelf organiseert, uiteraard aangepast aan je doelgroep en zijn mogelijkheden.
Je kan werken met zachte, vertraagde bewegingen om verdriet te tonen, stampende bewegingen voor boosheid, en open armgebaren voor vreugde. Zulke vormen van non-verbale expressie zijn inzetbaar bij cliënten die moeite hebben met taal of emoties uitdrukken. Door de nadruk te leggen op eenvoudige bewegingen en eventueel het gebruik van doeken of ritmische instrumenten zoals maracas, kunnen ook mensen in een rolstoel deelnemen waardoor je zeer individueel en inclusief werkt.
De groepsdynamiek tijdens deze workshop hielp me enorm om van mijn eigen schaamte af te komen. De lesgeefster zorgde ervoor dat deze dynamiek in het begin versterkt werd via eenvoudige opwarming met ritmisch klappen. Zo leerden we op ritmes van drie of vier klappen te improviseren, iets wat deed denken aan Het Samenspeelconcept van Kees J.M. van Haaster.
Zijn visie stelt dat muziekactiviteiten afgestemd moeten worden op de mogelijkheden en wensen van de doelgroep. Muziek hoeft niet technisch of perfect te zijn. Zelfs geluid maken met een emmer of zingen op een eigen verzonnen melodie kan leiden tot verbinding, zelfexpressie en spelplezier. De speler, niet de muziek, staat centraal.
Tastbare expressie en zintuiglijke ervaringen
Ook beeldende expressie heeft zijn kracht. Ik was sterk aangetrokken tot een kleiworkshop rond organische vormen, waar het niet om technische perfectie of het eindproduct ging, maar om het aanvoelen van het materiaal.
In het boek Muzisch -Agogische Methodiek van Dineke Behrend wordt benadrukt dat het creatieve proces centraal staat; het gaat niet over het maken van een “mooie pot”, maar over hoe iemand omgaat met het materiaal. Klei leent zich perfect voor sensorisch werk: rollen, duwen, voelen, ruiken. Dit soort zintuiglijke ervaring werkt ontspannend en biedt een alternatieve manier van zelfexpressie voor wie zich verbaal moeilijk uit.
Verder was de tentoonstelling van Crip Stories voor mij zeer inspirerend en hartverwarmend. Kunstenaars met beperkingen toonden dat kunst geen luxe is, maar een noodzakelijke uitingsvorm. Het deed me beseffen hoe belangrijk het is om een inclusieve houding aan te nemen, en creatieve expressie ook aan te bieden aan zij die niet altijd de kans krijgen om zichzelf te tonen.
Expressie als mensenrecht
In de Muzisch-Agogische Methodiek dan Dineke Behrend wordt verder nog benadrukt dat elk mens de behoefte heeft om zich te uiten en zichzelf te realiseren. Voor veel cliënten is die zelfontplooiing moeilijk door mentale, fysieke of sociale beperkingen. Toch zijn er altijd mogelijkheden, hoe klein dan ook. Het is aan ons als professionele orthopedagoog om deze te erkennen en personen te begeleiden tijdens hun creatieve zoektocht.
Besluit
Dit vak heeft me niet alleen geholpen om creativiteit bij mezelf te (her)ontdekken, maar ook om in te zien hoe belangrijk het is om hierop in te zetten bij onze cliënten. Creatieve expressie biedt mensen een manier om zich te tonen, zich te ontwikkelen en zich verbonden te voelen, allemaal kerndoelen binnenin het orthopedagogisch werkveld. Niet de kunst zelf, maar de mens in zijn proces van expressie en groei staat centraal.
